Alleen als je zélf wil, kan je wat bereiken in het leven

Richard Krajicek

Veilig buiten spelen en sporten? Het lijkt zo vanzelfsprekend, maar dat is het niet voor iedereen. Dat ontdekt Richard Krajicek als hij in 1996 kinderen in een Haagse aandachtswijk een tennisclinic geeft. 24 jaar later is Nederland meer dan 2000 Krajicek Scholarships en 125 Krajicek Playgrounds rijker.

leestijd: 5 minuten

Het moet ergens in de winter geweest zijn. De zon stond al laag, toen Richard Krajicek na een bezoek aan de Krajicek Playground Hondiusstraat in Den Haag, terugliep naar zijn parkeerplaats. ‘Bij mijn auto werd ik opgewacht door een jongetje van een jaar of elf, twaalf. Hij bedankte me dat zijn broertje nu een plek had om te sporten. ‘Die had ik niet vroeger,’ zei hij.’ Richard lacht bij de herinnering en vertelt nog even om zich heen te hebben gekeken, of het niet toch in scene was gezet. ‘Maar alle media waren al weg.’

Het is één van de mooie momenten in de 23 jaar dat de Krajicek Foundation nu bestaat, vertelt Richard. Hij is bescheiden over de impact van de 125 Krajicek Playgrounds die de stichting in de loop der jaren aanlegde en de duizenden kinderen die hierdoor een kans kregen om te spelen en te sporten. ‘Er gebeurt op dit gebied gelukkig al zoveel in Nederland. Het enige dat wij doen, is plekken creëren waar kinderen veilig kunnen bewegen. Op die manier hopen wij ook een steentje bij te kunnen dragen aan de maatschappij.’

Sociale veiligheid

Het begon allemaal tamelijk eenvoudig, vertelt hij: ‘In 1997 startten we als een sportstichting, die sportveldjes aanlegde voor kinderen en jongeren. Maar het werd al snel veel meer dan dat.’ De Krajicek Foundation kreeg te horen dat haar sportvelden voor bewoners ook fijne plekken waren om samen te komen: ‘In die tijd was de term sociale veiligheid nog tamelijk nieuw, maar dat was wel waar het om ging.’

Sport, zo concludeert Richard, was geen doel op zich meer, maar een middel. Het nieuwe doel: kinderen en jongeren op een veilige manier met elkaar laten spelen en sporten in leefbare wijken. Om die missie verder uit te kunnen bouwen, was meer kennis nodig: ‘We kwamen er al vrij snel achter dat als we relevant wilden zijn, we meer kennis moesten hebben over de buurten waar we zaten.’ Omdat er eind jaren negentig nog weinig bekend was over het effect van sport op de sociale cohesie in een buurt, moesten ze dat ‘helemaal zelf uitzoeken’, herinnert Richard zich: ‘We wilden het ook écht weten.’

De stichting komt al vrij snel in contact met Paul Verweel, wijlen hoogleraar Bestuurs- en Organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht, die tussen 2007 en 2013 de Richard Krajicek-
leerstoel zou gaan bekleden. Richard heeft goede herinneringen aan de hoogleraar: ‘Het was een bijzondere man met veel hart voor sport en de mensen waar hij onderzoek naar deed. Helaas overleed hij twee jaar geleden.’

Sociaal kapitaal

Verweel onderzocht voor de Krajicek Foundation hoe sport bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen in aandachtswijken. Hij was degene die de stichting het belang van sociaal kapitaal uitlegde in een wijk, vertelt Richard: ‘Sociaal kapitaal, vertelde Verweel ons, is het cement van de samenleving en gaat over het hebben van een netwerk en vertrouwen hebben in jezelf en de ander. Uit onderzoek blijkt dat een op de drie mensen zeggen dat ze hun sociaal kapitaal te danken hebben aan de sport die ze beoefenen.’

Verweel stelde één belangrijk voorwaarde aan dat sociaal kapitaal: alleen als mensen uit zichzelf opstaan en iets willen opbouwen in een buurt, kan er wat groeien. Richard: ‘En dus zijn we ons daar vanaf het begin op gaan focussen.’ Om ervoor te zorgen dat er meer mensen uit zichzelf opstaan, wilde de Krajicek Foundation meer rolmodellen in de buurt die kinderen motiveren om te leren, zichzelf te ontwikkelen en het beste uit anderen te halen, vertelt Richard: ‘Om die reden zijn wij het Scholarshipprogramma gestart; een studiebeursprogramma waarbij een Scholarshipper zich minimaal 100 vrijwillige uren inzet op een Playground in de buurt. In ruil daarvoor betalen wij de helft van de studiekosten.’

En het werkt: ‘Onze Scholarshippers zijn de beste rolmodellen die je kunt bedenken. Zij zorgen ervoor dat het sociale kapitaal van kinderen in de buurt kan groeien. Zij creëren een vliegwieleffect in de buurt, en hebben door deze kans ook vaak betere kansen in hun eigen leven. Inmiddels staat de teller van het aantal Scholarships op meer dan 2000.’

Eenvoudige vraag

De ‘sportstichting’ die hij in het begin voor ogen had, ontstond uit het stellen van een vrij eenvoudige vraag, vertelt Richard: ‘Mijn ouders hadden thuis in Den Haag vaak ruzie, meestal over geld. Gelukkig kon ik wel altijd tennissen. Voor mij was het een uitlaatklep. Dat heel veel kinderen die mogelijkheid niet hadden, ervaarde ik eigenlijk pas toen ik na Wimbledon in 1996 in de Haagse Schilderswijk een tennisclinic gaf aan kinderen. Veel daarvan hadden nog nooit een racket vastgehouden, laat staan op een club gezeten. Gewoon, omdat er simpelweg geen geld voor was. Ik dacht altijd dat wij weinig geld hadden thuis, maar er bleek dus nog een overtreffende trap te zijn. Eten, drinken, een dak boven je hoofd, een zorgverzekering; in Nederland wordt er voor arme gezinnen wel gezorgd voor de eerste levensbehoeftes, maar daar hoort sport dus niet bij. Ongelofelijk, vond ik dat. Iedereen moet toch kunnen sporten?’

Als mensen uit zichzelf opstaan, kan er wat groeien

Hij herinnert zich de onthutsende cijfers uit die jaren nog goed: ‘Er viel een behoorlijke groep kinderen buiten boord. In de Schilderswijk was de verhouding sportende kinderen en bankzitters 20-80. In de Vogelwijk, een betere Haagse buurt, was dat precies andersom. Bizar vond ik dat. Kinderen kunnen toch niet zo van elkaar verschillen?’

Bereikbare rolmodellen

De oprichting van de Krajicek Foundation in 1997 en de opening van de eerste Playground een jaar later, leidden ertoe dat de stichting ook écht een verschil maakt: ‘Wijken worden leefbaarder, er is meer sociale cohesie en we zien dat kinderen er later in hun leven nog steeds wat aan hebben. Samenwerken in een team, discipline, op tijd komen, je afspraken nakomen, zelfvertrouwen opdoen, leren verliezen en jezelf een spiegel voor durven houden; dat neem je je hele leven mee. Uit onderzoek blijkt bovendien dat je je door sporten niet alleen gezonder en beter voelt, maar dat kinderen er ook beter door gaan leren.’

Het Krajicek Scholarship­programma waarmee in 2006 wordt gestart, voegt daar nog wat aan toe: ‘Scholarshippers zijn niet alleen zichzelf maatschappelijk aan het verbeteren, maar ook hun omgeving.’ Bovendien zijn het ‘bereikbare rolmodellen’, legt Richard uit: ‘Paul Verweel wees ons op het belang daarvan: als kind wil iedereen Memphis Depay worden, maar als je een jaar of vijftien bent, dan besef je dat dat waarschijnlijk niet gaat gebeuren. Dat demotiveert enorm. Er zijn dus bereikbare rolmodellen nodig, jongeren uit de eigen buurt die het goed doen in hun wijk, werk of studie. Dan houd je jongeren erbij. Een leuke, uitdagende baan is ook voor hen haalbaar.’

Uitzonderlijke jeugd

Richard had wat dat betreft een uitzonderlijke jeugd: ‘Ik speelde op mijn twaalfde zo goed dat mij een gouden carrière werd voorspeld. Maar het was niet altijd makkelijk. Ik had een vader die me coachte en daarin heel streng kon zijn, en mijn ouders hadden veel ruzie en scheidden toen ik vijftien was.’ Toen Richard op zijn zestiende minder goed ging spelen, gaf hij niet op: ‘Ik was vastbesloten om door te gaan, omdat ik wilde weten of ik het kon. Ik had zo veel geïnvesteerd in tennis. Dus ik ging van school, veranderde van coach en gaf mezelf vier jaar; als ik het dan niet had gemaakt, zou ik teruggaan naar school.’

Natuurlijk, het helpt dat hij in 1996 Wimbledon won, en opklom naar de vierde plaats van de wereldranglijst tennis. Maar waar het om gaat, benadrukt Richard, is dat het uiteindelijk uit jezelf moet komen: ‘Iedereen heeft zijn eigen motivatie, heeft zijn eigen redenen om zich te ontworstelen aan zijn verleden. Maar als je het niet écht zelf wilt, dan gebeurt er ook niks.’

Self­-empowerment

Ook bij de Scholarshippers is ‘ongelofelijk veel talent’ te vinden: ‘De een is goed met zijn handen, de ander blijkt een geboren sport- en spelleider te zijn. En weer een ander schiet ineens door naar het hbo; een niveau dat ze nooit dachten te kunnen bereiken, omdat hun omgeving hen niet de kans bood om door te leren. We hebben daarin echt een aantal verrassingen gehad. Het is fantastisch om te zien dat wij die jongeren een beetje op weg hebben kunnen helpen door ze financieel te ondersteunen en ze aan te moedigen in zichzelf te geloven.’ Voorwaarde voor een Scholarship, is dat jongeren het zélf moeten willen, zegt Richard: ‘Alleen dan kan je wat bereiken in het leven. Het enige dat wij kunnen doen, is goed gedrag stimuleren en degenen die willen, een eind op weg helpen.’

De Krajicek Foundation gaat op haar Playgrounds uit van ‘self­­empowerment’, legt Richard uit: ‘Wij leggen nooit iets op, zijn nooit de trekker van een project. Dat is de buurt of de gemeente. Zíj moeten ons benaderen. Het beheer ligt ook meestal bij de bewoners zelf. Zij hebben de sleutel van de kooi en openen en sluiten een Playground.’ En die benadering werkt: ‘Als je de Playground aan de wijk geeft en het beheer en de begeleiding uit diezelfde buurt haalt, dat werkt gewoon. Het heeft een ongelofelijk effect op de sociale cohesie in zo’n buurt.’ Richard herinnert zich hoe hij vijf jaar na de opening van de allereerste Playground in Den Haag weer terugkwam in de Hondiusstraat: ‘Dat veld lag er nog perfect bij. Geweldig vond ik dat; dat is voor mij een teken dat bewoners trots zijn op hun Playground en er goed voor zorgen.’

Het is een van de sterke punten van de Krajicek Foundation: ‘Mensen geloven in ons omdat we ons niet alleen concentreren op de hardware -de velden en de materialen-, maar ook op de software. Je kan het mooiste veld aanleggen in een wijk, maar als daar geen goede sport- en spelleiders zijn, geen gemotiveerde Scholarshippers, en geen buurtbewoners die zich ervoor in willen zetten, dan heb je er helemaal niks aan.’ Best trots is hij op het werk van de Krajicek Foundation: ‘We weten mensen echt te raken, en we maken een verschil in de wijk. Ik vind het geweldig dat gemeentes nu zelf naar ons toe komen en ons vragen om een Playground.’ Het uiteindelijke doel? Hij lacht: ‘Dat we ons op een dag kunnen opheffen, dat iedereen die wil sporten dat ook op een veilige manier kan doen, in een omgeving die je verder op weg helpt in het leven.’