Iedereen mag meedoen, zolang het maar uit jezelf komt

Dragan Kokotovic

Dankzij zijn enthousiasme en geloof in de Krajicek Playgrounds en Scholarshippers zijn er inmiddels vier Playgrounds in Tilburg. Dragan Kokotovic is er al vijf jaar met veel overtuiging sportleider en coördinator.

leestijd: 5 minuten

Om zijn oudste dochter te laten zien wat zijn werk nou inhoudt, neemt Dragan Kokotovic haar wel eens mee naar een sportevent: ‘Ze leert jongeren kennen die het vaak wat slechter hebben dan zij. Dat zijn altijd leuke middagen. Er zijn zelfs vriendschappen ontstaan met jongeren waar ze nog steeds contact mee heeft. Ondertussen ziet en hoort ze van alles natuurlijk. Achteraf krijg ik wel eens te horen: ‘Wow, hoorde je wat die jongere tegen je zei?’ Om me dan vervolgens een compliment te geven over de manier waarop ik reageerde.’ Als sportleider moet hij ook een rolmodel zijn, vindt Dragan: ‘Ik zit nu vijf jaar in het vak; als je dan geen rolmodel bent, dan kun je het ook niet overdragen.’ Een rolmodel zijn, gaat verder dan alleen het goede voorbeeld geven: ‘Ik ben er voor ze als dat nodig is en bespreek hun problemen.’ En doen wat je zegt, nog zoiets: ‘Als ik zeg dat ik er om twee uur ben, dan ben ik er ook om twee uur.’

Onze parels

Hij heeft een rotsvast geloof in de kracht van de Playgrounds en de Scholarshippers: ‘Zij hebben kansarme jongeren écht wat te bieden.’ De Scholarshippers, zegt Dragan, zijn ‘onze parels’: ‘Zonder hen zouden we dit werk niet kunnen doen.’ En Scholarshipper in Tilburg word je niet zomaar.  Niet de skills, maar de intrinsieke motivatie is belangrijk, legt Dragan uit: ‘Iedereen mag meedoen bij ons, zolang het maar uit jezelf komt. Jongeren moeten zélf de motivatie over kunnen brengen op anderen. Dat is hun meerwaarde: dat Scholarshippers andere jongeren laten zien dat het mogelijk is wat zij doen.’ Aantoonbare ervaring als vrijwilliger in de buurt is ook een must: ‘Ze moeten zichzelf hebben bewezen; het moet er wel in zitten, anders wordt het niks.’

Broederschap

Dragan ziet bijzondere dingen ontstaan op de Playgrounds. De terugkerende Krajicek sportevents spelen daar een bijzondere rol in, vertelt hij: ‘Jongeren die drie maanden lang samen toewerken naar een event, komen dichter bij elkaar. Soms zie ik zelfs een soort broederschap ontstaan waarin jongeren veel voor elkaar over blijken te hebben.’ Hij ziet het ook bij jongens en meiden uit verschillende buurten. En dat is pas echt bijzonder: ‘Tussen wijken onderling bestaat vaak veel rivaliteit. Een jongere sluit niet zomaar vriendschap met iemand vijf straten verderop.’

Niet alleen voor de jongeren, maar ook voor Dragan zelf vormen de events iedere keer weer een hoogtepunt in een jaar: ‘Ik kan daar zo van genieten, zo’n groep met jongeren uit verschillende wijken in één bus die zingend naar een voetbalevent in Den Haag gaan. En achteraf -of ze nou gewonnen hebben of niet- hoor je dat ze elkaar complimenten maken: ‘Hee, goed gespeeld, man!’ Als ik dat hoor, ben ik zo’n blij figuur. Ik vind het zo bijzonder dat iedereen op zo’n moment dan één wordt.’

Het moet er wel in zitten, anders wordt het niks

Scholarshippers krijgen de laatste jaren een steeds grotere rol in de voorbereiding naar de events: ‘Wij stomen jongeren klaar voor de events, en dat nemen de Scholarshippers steeds meer van ons over.’ De werving van kinderen en jongeren voor de Playgrounds en de events ligt ook steeds meer bij de Scholarshippers, vertelt Dragan: ‘Zij gaan langs de klassen om jongeren enthousiast te maken. Dat werkt gewoon veel beter dan dat wij als sportleiders het doen. We proberen ze zoveel mogelijk los te laten zodat ze zelfredzaam worden.’

Niet naar binnen te slepen

Zijn eigen jeugd zag er wat anders uit dan die van veel van de jongeren op de Playgrounds: ‘Ik kom uit voormalig Joegoslavië en tussen mijn tiende en mijn dertiende maakte ik daar een oorlog mee. Daarna vluchtte ik samen met mijn ouders naar Nederland. Maar natuurlijk speelden we ook buiten als dat kon. Sterker nog: we waren niet naar binnen te slepen. Verstoppertje, en veel voetballen, en dan heel af en toe even snel naar binnen om wat te eten.’

Tegenwoordig is het precies andersom, merkt Dragan: ‘Je moet stevig in je schoenen staan om de jongeren naar buiten te slepen; ze zitten veel binnen achter een schermpje. Ik ben eigenlijk best wel onder de indruk van het aantal jongeren dat we wél weten te bereiken. Onze bussen zitten iedere keer weer vol.’ Het belang van spelen wordt onderschat, vindt Dragan: ‘Creativiteit en zelfvertrouwen ontstaan door te doen, door te spelen. Zo leer je nieuwe dingen.’

Fouten maken

Bij veel jongeren belemmert de moeilijke thuissituatie dat leerproces: ‘Als er thuis geslagen wordt, dan komt dat er op de Playground vaak uit. Jongeren verzetten zich, zijn brutaal, agressief soms. En dat is niet gek, ze nemen de ellende thuis met zich mee, of ze willen of niet.’ Hoe brutaal en heftig jongeren ook kunnen zijn, hij probeert altijd op een positieve manier met ze te werken: ‘Iedereen mag fouten maken. De maatschappij is vaak al zo hard, gaat al snel uit van het negatieve bij zo’n jongere. Maar boze volwassenen die hun gedrag afkeuren zijn ze inmiddels wel gewend, daar kom je niet ver mee. Ik kan me een Syrische jongen herinneren die vaak om zich heen sloeg. Daar heb ik een afspraak mee gemaakt: ‘Als jij je de komende tijd gedraagt, dan mag jij mee naar het volgende sportevent.’ Apetrots stapte hij een paar weken later met ons in de bus.’

Vruchtbaar

Dragan kijkt terug op een ‘vruchtbaar jaar’: ‘De opening van de vierde Krajicek Playground in Tilburg was natuurlijk een hoogtepunt. Prachtig vind ik dat: elke Playground is een extra veld waar meer kansarme jongeren meer mogelijkheden hebben om te sporten en zichzelf te ontwikkelen.’ Dragan is nog lang niet klaar in ‘zijn’ stad: ‘Ik zie zoveel potentie in jongeren die ik ook een kans met een Scholarship zou willen geven. We kunnen nog veel meer ontwikkelen met meer Playgrounds en meer Scholarshippers.’