Iedereen dacht
hetzelfde: Hier doen
wij het voor!

Jolanda Jansen

‘Mensen denken bij de Krajicek Foundation vaak aan tennis of misschien aan voetbal of hockey, maar de Foundation richt zich ook op sociale, culturele ontwikkelingen en spel. Voor streetdance kan ook ruimte zijn op een Krajicek Playground. Op de Krajicek Playground naast Ahoy doen jongens graag aan Urban Running. Zoals die gasten daar aan een rekstok hangen, dat is super om te zien.’

In de twintig jaar dat de Krajicek Foundation bestaat, is één belangrijke factor volgens haar constant gebleven: “Het plezier achter de schermen. De organisatie is lean & mean, slank en doelgericht. Met relatief weinig middelen bereiken we een groot effect. Iedereen die betrokken is bij de organisatie werkt vanuit zijn hart. Dat zie je overal in terug.”

Al twintig jaar zet het team van de Krajicek Foundation zich in om kinderen de kans te geven zich te ontwikkelen. Voor jongeren is sporten een belangrijk middel om dat doel te bereiken. “In de breedste zin van het woord. Mensen denken bij de Krajicek Foundation vaak aan tennis of misschien aan voetbal of hockey, maar de Foundation richt zich ook op sociale, culturele ontwikkelingen en spel. Voor streetdance kan ook ruimte zijn op een Playground. Naast Ahoy doen jongens graag aan Urban Running. Zoals die gasten daar aan een rekstok hangen, dat is super om te zien.”

Ik weet nog hoe ik mij hardop afvroeg waar de meiden waren

Tijdens haar allereerste bezoek als bestuurslid aan een Playground miste Jolanda Jansen een groep. “Ik weet nog hoe ik mij hardop afvroeg waar de meiden waren. Rond de Playground zagen wij ze niet. Directeur Liesbeth Pruijs heeft de meidensport de laatste jaren stevig op de kaart gezet, bijvoorbeeld door toernooien speciaal voor meiden te organiseren. Juist meiden in de pubertijd hebben baat bij
sport en spel.”

Zelf groeide Jolanda Jansen op in een dorpje in het oosten van het land. Als kind hield ze van lezen en kreeg ze pianoles, maar ze was vooral graag buiten. Er waren pony’s en paarden en de kinderen in de buurt voetbalden samen. “Of we reden onze eigen editie van de Tour de France in de wijk, waarbij we met een klok timeden wie de snelste ronde reed op ons circuit.”

Allemaal mooie herinneringen, vertelt Jolanda. “Pas later realiseerde ik mij dat niet iedereen zich zo vrij kan ontwikkelen. Ook rond Ahoy zijn er wijken waar niet veel geld is, waar kinderen opgroeien tussen het beton. Daar moeten wij bij helpen.”

De rol van de Krajicek Scholarshippers is volgens haar de grootste vondst van de afgelopen jaren. Kinderen in de wijk krijgen op en rond de Krajicek Playground een rolmodel die trainingen organiseert, terwijl de Scholarshipper weer aan de eigen toekomst werkt met behulp van een studiebeurs. “Daarmee maak je als organisatie het verschil tussen simpelweg veldjes aanleggen en het ook echt verder helpen van jongeren, met alle begeleiding daaromheen. Het mooie van deze vorm is dat je heel dicht op de jongeren in een wijk zit.”

Het plezier achter de schermen. De organisatie is lean & mean, slank en doelgericht. Met relatief weinig middelen bereiken we een groot effect

Er zijn al plannen voor het volgende lustrum. “We hebben afgesproken dat we niet willen groeien om het groeien. Kwaliteit is belangrijker. Het gaat om goede begeleiding en goed materiaal. Ook zouden wij Krajicek Scholarshippers graag verder helpen in hun carrière. In 2018 volgt daarnaast een test met overdekte Playgrounds, zodat jongeren ook naar buiten kunnen als het regent. Ons hoogst haalbare doel is dat er in elke wijk ruimte komt om te spelen en te sporten. Voor de ontwikkeling van een kind is dat cruciaal.”

Er zijn prachtige voorbeelden van jongeren die baat hebben bij activiteiten op en rond een Krajicek Playground. Als voorbeeld noemt Jolanda Jansen de Delftse Scholarshipper Donald Basabose, die volgens haar overduidelijk te maken had met een opeenstapeling van pech in zijn leven. Donald heeft nu een huis, een doel, hij ziet weer toekomst, hij hoort weer ergens bij. “Ik zeg natuurlijk niet dat het aan de Krajicek Foundation te danken is, maar wij hebben hem wel een zetje kunnen geven.”