We staan niet meer zomaar
een beetje te ballen, we werken
toe naar een toernooi

Betül Günay

Sinds de komst van de Krajicek Foundation neemt iedereen ons serieus. We staan niet zomaar een beetje te ballen, we werken toe naar een toernooi. Het is ineens belangrijk dat je komt opdagen. Vroeger werden de jongsten nog van het plein weggejaagd door de oudsten. Nu vragen de oudsten netjes hoe lang onze training nog duurt: "Een kwartiertje? Ok, dan wachten wij nog even."

Betül Günay - Krajicek Scholarshipper Eindhoven

Als klein meisje weet Betül Günay al precies waar ze moet zijn. “Buiten. Bewegen is altijd heel belangrijk geweest voor mij. Zodra ik een boom zag, klom ik erin.” Terwijl andere meisjes uit de wijk rond de glijbaan hangen, gaat Betül liever met haar broer mee om te voetballen. Als ze ouder wordt, blijkt het sporten met jongens niet vanzelfsprekend.

Ziet iemand mij? Zeker weten? Zijn er geen ouders in de buurt? Ok, snel, dan kan ik even met de jongens mee voetballen.

“Oudere jongens en meisjes hoorden te splitsen, samen sporten mocht niet. Voor mij persoonlijk was dat heel erg, want ik kon niet doen wat ik graag wilde. Ik moest altijd goed rondkijken: “Ziet iemand mij? Zeker weten? Zijn er geen ouders in de buurt? Ok, snel, dan kan ik even met de jongens mee voetballen.”

Omdat Betül niet altijd mee kan sporten, richt ze haar aandacht op de kleintjes in haar buurt. “Die moesten ook iets te doen hebben en ik hield ze graag bezig. Iedereen vroeg mij altijd: “Wat doe jij nou?”, maar ik vond het toen al leuk om andere kinderen te vermaken.”

Betül valt op bij jongerenwerker Selin Demirciyan van Dynamo Jeugdwerk. “Zij zag potentie in mij en zij heeft mij met de Krajicek Foundation in contact gebracht.” 

Kippenvel 

Als de Krajicek Foundation haar benadert voor een voorbeeldrol op en rond een nieuwe Playground in haar wijk, valt voor Betül alles op zijn plek. Als Krajicek Scholarshipper organiseert zij voortaan de trainingen aan het Van Gentplein in Eindhoven. In ruil ontvangt zij zelf een studiebeurs. “Kippenvel. Ik sportte al jaren met de jongeren in de wijk, maar ineens had ik een doel. Niet alleen voor mijzelf, ook voor de rest.” Tijdens haar allereerste training op de nieuwe Playground komen er vijfentwintig kinderen opdagen. Voor bezorgde ouders maakte ze een appgroep. “Ik wist meteen dat het project met vertrouwen begint. Ik probeerde de meest populaire ouders enthousiast te krijgen. Als dat zou lukken, zou de rest volgen.”

Betül Günay woont sinds haar tweede met haar ouders in de Eindhovense wijk Oud-Woensel. Als iemand de buurt goed kent, onderstreept ze, dan is zij het wel. “Ik heb alle kleine kinderen van toen hier zien opgroeien. En alle ouders kennen mij weer als dat kleine meisje van toen.”

 

Saamhorigheid

Het verschil tussen wel of geen steun van een stichting is groot, vertelt ze. “Niemand hier zit op een vereniging. Ouders hebben het niet breed. Door de Krajicek Foundation neemt iedereen ons serieus. We staan niet zomaar een beetje te ballen, we werken samen toe naar een toernooi. Dat maakt het ook belangrijk dat je komt opdagen bij een training. De saamhorigheid op een Playground groeit snel. Vroeger werden de jongsten van het plein weggejaagd door de oudsten uit de wijk. Nu vragen de oudsten netjes hoe lang onze training nog duurt. “Een kwartiertje? Ok, dan wachten wij even.” Zeker voor meisjes is de Krajicek Playground onmisbaar, vindt Betül. Ze omschrijft jongeren uit haar wijk als een stille groep. “Het zijn de jongeren die je niet snelt hoort. Als je ze wilt leren kennen, moet je er echt tijd en aandacht in steken. Ze hebben vaak grote behoefte aan sporten, aan samenkomen, aan een team. Maar ze krijgen niet zomaar de kans, laat staan de meisjes uit de wijk. Ik kon niet zomaar sporten. Zij inmiddels wel.”

Ik probeerde de meest populaire ouders enthousiast te krijgen. Als dat zou lukken, zou de rest volgen.

Betül hoopt dit schooljaar haar studie pedagogiek af te ronden. Haar droom is om kinderen verder te helpen in het leven, hier of in het buitenland. Zodra haar studie erop zit, eindigt ook haar taak op de Playground. Ze heeft al een paar jongeren gezien die haar rol dan zouden kunnen oppakken. “Ik ken een meisje van de Playground dat nu nog net iets te jong is. Bij haar zie ik heel mijn jeugd weer terug. Het buiten willen zijn, het samen willen sporten. Het zou mooi zijn als zij mijn stokje uiteindelijk overneemt. Natuurlijk kom ik dan nog langs. Maar dan gewoon weer om een balletje te trappen.”